Voorgeschiedenis

1.3 Andere Twaalfhovens
(Utrecht, Meerkerk, Montfoort, Linschoten)

Willem Twaalfhoven te Utrecht
In 1389 gaf het stadsbestuur van Utrecht aan Willem Twaalfhoven (‘Willem Twalefhoven’) het burgerrecht. Gewoonlijk moesten nieuwkomelingen daarvoor betalen, maar hij kreeg het om niet vanwege zijn verdiensten in de oorlog van Montfoort. In de jaren 1386/1387 had de bisschop van Utrecht een conflict met de burggraaf van Montfoort, die zich teveel bevoegdheden had toegeëigend. De bisschop (die het wereldlijk gezag over het Sticht Utrecht had) sloeg in april 1387 met hulp van de stad Utrecht het beleg voor Montfoort. Tegen het einde van juli zag de burggraaf zich genoodzaakt te gaan onderhandelen, waarna op 13 augustus vrede werd gesloten, op voor de bisschop voordelige condities. Willem Twaalfhoven kreeg zijn beloning niet voor prestaties van militaire aard maar wegens financieel-administratieve diensten aan de stad, zo blijkt uit de notulen van de stedelijke raad.28

Mogelijk dezelfde Willem Twaalfhoven (‘Willem van Twelfhoven’) wordt in 1398 genoemd in de registers van de rechtspraak, die de bisschop als hoogste juridische autoriteit in het Sticht uitoefende. Het betreft een geschil van financiële aard.29 Voor het overige weten wij niets over hem. De vraag of er een familierelatie was tussen hem en de Willem Twaalfhoven die in 1346 een perceel land te Kamerik had, is dan ook niet te beantwoorden.

Moeder en zoon Van Twaalfhoeven te Meerkerk
In 1410 verklaarde Machteld van Twaalfhoeven (‘van Twaelfhoeven’) aan de Johanniters in het Catharijneconvent te Utrecht de eigendom te zullen overdragen van de erven die zij en haar zoon Willem, priester (‘her Willem van Twaelfhoeven’) hadden in het schependom van Meerkerk, op voorwaarde dat de Johanniters de overdrachtskosten betaalden. Haar ‘zwager’ (dat kon in die tijd ook schoonzoon betekenen) Frederik de Keizer, die te Utrecht woonde, bezegelde de verklaring op haar verzoek.30 In de leenregistratie van de heer van Vianen wordt een perceel land op Neder Bloemendaal onder Meerkerk genoemd dat grensde aan land dat in 1420 nog van Machteld van Twaalfhoeven was, maar in 1475 op naam van de heren van Sint Catharijne te Utrecht stond.31 (foto’s 1.15 en 1.16)

Verband met de voorgaanden is ook in dit geval niet te leggen. Gezien de ligging van het land te Meerkerk, is hier waarschijnlijk de achternaam Van Twaalfhoeven afgeleid van het toponiem Twaalfho(e)ven onder Meerkerk.

Gerrit Twaalfhoven
In 1466 veroordeelde het stadsbestuur van Utrecht zekere Andries Pietersz van Roiden tot een boete. Hij had Gerrit Twaalfhoven (‘Gherit Twaelfhoven’) van diefstal beschuldigd, waarvan Gerrit was vrijgesproken. Het ligt voor de hand te denken aan één van de Kamerikse Gerrits Twaalfhoven, maar uit de inschrijving in de notulen van de stedelijke raad blijkt dat niet.32 Tenminste één van de partijen zal te Utrecht gewoond hebben. (foto 1.17)

Heer Jan Gerritsz van Twaalfhoven te Utrecht
Stadsbesturen in geldnood verkochten lijfrenten om aan geld te komen. Een priester te Utrecht, heer Jan Gerritsz van Twaalfhoven (‘Heer Jan Gheritsz presbiter van Twaleffhoven’) trok met Weyne Heynricxdochter een rente van 2½ pond per jaar ten laste van de stad Gouda. De lijfrenteregisters van Gouda vermelden betalingen van deze rente over de jaren 1499 tot en met 1510.33 Verder is over hem niets bekend.

Van Twaalfhovens te Montfoort en Linschoten, met wapen!
In het stadje Montfoort, aan de Hollandse IJssel, woonde in de tweede helft van de vijftiende eeuw Jan Arendsz van Twaalfhoven (‘Jan Aerntzoen van Twalefhoeven’). In 1481 huurde hij voor vijfentwintig jaar een terrein aan de IJssel, dat hij uitsluitend mocht gebruiken om er hout voor de verkoop op te slaan. Hij was blijkbaar houthandelaar. In 1495 stelde hij zich borg voor een mede-inwoner, in 1499 wordt hij genoemd als buurman van een niet nader gelokaliseerd huis in of onder Montfoort.34

In 1505 kwam hij als Jan Aartsz, zonder vermelding van achternaam, in het bezit van twaalf morgen land in Kort Blokland aldaar. Het was leengoed van de heer van IJsselstein. In diens administratie is het verdere verloop te vinden. Jan splitste het leen en droeg de helft in 1509 over aan zijn oudste dochter Mariken, gehuwd met Sweder Jansz. De man van deze Maria Jansdr van Twaalfhoven stamde uit een bastaardtakje van de burggravenfamilie van Montfoort, maar over de voorouders van Jan Arendsz van Twaalfhoven tasten wij in het duister. In 1529 werd zij er opnieuw mee beleend waarbij zij bepaalde dat het zou vererven op haar jongste zoon. Deze Jan Zweersz werd er in september 1542 na overlijden van zijn moeder mee beleend.35 (foto’s 1.18 en1.19)

De nakomelingen van het echtpaar noemden zich Van Blokland en traden o.a. als schilder op de voorgrond.36 Van één zoon, Mr. Cornelisz Zweersz van Blokland, is het zegel bekend. Hij voerde in 1557 een gedeeld schild waarin de wapens van zijn beide ouders verenigd waren: links een tweekoppige adelaar (Van Twaalfhoven), rechts drie molenijzers (Van Montfoort/Van Blokland).37 ‘Links’ en ‘rechts’ is in dit geval gezien vanuit de positie van degene die het wapenschild vóór zich houdt, zoals een middeleeuwse ridder. In de wapenkundige (heraldische) terminologie gebruikt men nog steeds deze aanduiding, die dus tegengesteld is aan het standpunt van degene die het schild voor zich ziet.

Door dit wapen zijn Maria en haar vader in direct verband te brengen met de pastoor van het aan Montfoort grenzende dorp Linschoten. Hij heette heer Gerrit van Twaalfhoven. In de jaren 1475 tot 1479 bekrachtigde hij herhaaldelijk pachtcontracten met zijn zegel, voor pachters die zelf geen zegel hadden. Hij had een fraai zegel, dat de maagd Maria voorstelt die in de rechterhand een duif houdt en in de linkerhand een wapenschild, waarin een tweekoppige adelaar is afgebeeld. Het randschrift van het zegel luidt: ‘S․m․gheradi․de․twalefhouen․pbri․’ (Sigillum Gheradi de Twalefhoven presbiteri), d.w.z. zegel van Gerard (Gerrit) van Twaalfhoven, priester.38

Het wapen van heer Gerrit is ook afgebeeld (zonder de ‘schildhouder’ Maria) in de nog altijd in gebruik zijnde torenklok van Linschoten. Behalve van het wapen is de klok ook voorzien van een randschrift: ‘Barbara cum Philomena canes mea voce anno domini M CCCC LXXVII’ (Barbara en Philomena laat mijn stem weerklinken. In het jaar des Heren 1477). De heilige Barbara gold als beschermheilige tegen blikseminslag. (foto’s 1.20-1.24)

Dit is niet ‘het’ familiewapen Twaalfhoven
Omdat Maria van Twaalfhoven en heer Gerrit van Twaalfhoven hetzelfde wapen voerden, mogen wij concluderen dat zij tot dezelfde familie behoorden. Maar of er een familierelatie was met andere (Van) Twaalfhovens, is volstrekt onzeker, ondanks het feit dat de pastoor dezelfde voor- en achternaam had als tenminste twee tijdgenoten te Kamerik. We moeten er van uit gaan dat er destijds verschillende families Twaalfhoven (kunnen) zijn geweest, die niet in mannelijke lijn aan elkaar verwant waren. Familiewapens dienden juist om de ene familie van de andere te kunnen onderscheiden, zodat het ‘not done’ was klakkeloos het wapen van een gelijknamige andere familie te gebruiken. Zolang niet is aangetoond dat de stamvader van de huidige Twaalfhovens, Dirk Gerritsz Twaalfhoven (vermeld 1483-1513) familie was van de houthandelaar en de pastoor, is het niet juist het wapen met de tweekoppige adelaar in gebruik te nemen als familiewapen voor de huidige familie Twaalfhoven.

Er is wel verondersteld dat een nadere aanwijzing te vinden zou zijn in het zegel van zekere Gerrit Dirksz, die schout van Bodegraven was van ongeveer 1620 tot 1640.39 Hij zegelde ook met een tweekoppige adelaar en zou gezien zijn naam en woonplaats wel eens tot de familie behoord kunnen hebben. Daarom is naar hem nader onderzoek gedaan. Helaas was de uitkomst negatief. Gebleken is dat hij niet Twaalfhoven, maar Van Dobben heette. Hij is begraven in de dorpskerk van Bodegraven, onder een zerk met het inschrift ‘Hier rust Gerrit Dircksen van Dobben schout obijt (= overleden) 3-9-1640’.40-41

[ photo: 1.15 | Stichting Familie Twaalfhoven ]
Foto 1.15
[ photo: 1.16 | Stichting Familie Twaalfhoven ]
Foto 1.16
[ photo: 1.17 | Stichting Familie Twaalfhoven ]
Foto 1.17
[ photo: 1.18 | Stichting Familie Twaalfhoven ]
Foto 1.18
[ photo: 1.19 | Stichting Familie Twaalfhoven ]
Foto 1.19
[ photo: 1.20 | Stichting Familie Twaalfhoven ]
Foto 1.20
[ photo: 1.21 | Stichting Familie Twaalfhoven ]
Foto 1.21
[ photo: 1.22 | Stichting Familie Twaalfhoven ]
Foto 1.22
[ photo: 1.23 | Stichting Familie Twaalfhoven ]
Foto 1.23
[ photo: 1.24 | Stichting Familie Twaalfhoven ]
Foto 1.24

Voetnoten

28HUA, toegang 703-a-1 (Stad, suppl.) Nr.11.
29HUA, Bisschoppen nr. 198 fol. 17v.
30HUA, Van Buchel-Booth 13 fol. 105v.
31Ons Voorgeslacht 40 (1985) p. 595 nr. 73.
32HUA, Stad Utrecht I nr. 13 fol. 149.
33RHCHM, Oud archief Gouda nr. 1048 fol. 48v en 1025 fol. 303v.
34RHCRL, Stadsgerecht Montfoort nrs. 107 fol. 33 (1481), 40v. (1495), 45 (1499).
35HUA, Heren IJsselstein nr. 3 fol. 248-252.
36L.A.M. van Sasse van IJsselt, ‘Fragment-parenteel van Sweer, bastaard van Montfoort’, Bijdragen tot de geschiedenis van de Johanniter Orde en haar Commanderij Montfoort (Montfoort 1976) p. 100-102).
37HUA, Oudmunster nr. 1471 (1551).
38HUA, Oudmunster nrs. 1424, 1462 en 1557 (1475), 1422 en 2032 (1476), 1439 en 1553 (1479).
39RHCRL, Weeskamer Bodegraven nr. 6 e t/m 6n (1621-1633).
40P.C. Bloys van Treslong Prins, Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en om de kerken van Zuid-Holland dl. 1 p. 31.
41Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan! In 1996 werd, op initiatief van Chris A. van Eerden, door Cor Böhm, heraldisch kunstenaar te Den Haag, het wapen opnieuw vormgegeven en geschilderd. De heraldische beschrijving van het wapen luidt als volgt: ‘In zilver een dubbelkoppige adelaar van sabel, getongd en genageld van keel; dekkleden sabel, gevoerd van zilver en helmteken een antieke vlucht van sabel en zilver!’. Het wapen is o.a. ontleend aan het wapenschild op de grote luidklok van de Janskerk te Linschoten (1477), het zegel van Cornelis Zwedersz van Blokland te Montfoort (1557), het zegel van Geryt van Twaelfhoven, pastoor van Linschoten (1475-1479) en de beschrijving van diens wapen in de Collectie Musschart, Centraal Bureau Genealogie te ‘sGravenhage. Het wordt thans gebruikt door verschillende leden van de huidige familie Twaalfhoven.

Index