Andere Twaalfhovens uit de zeventiende en achttiende eeuw

Nog drie groepen Twaalfhovens (Aalsmeer, Rijpwetering, Gouda/Rotterdam

Behalve de tot nu toe besproken Twaalfhovens zijn nog drie groepen naamdragers gevonden die in de zeventiende en/of achttiende eeuw leefden.24

Aalsmeer
Deze familie begint met twee broers, Cornelis en Maerten Hendricksz van Twaelfhoven, die midden zeventiende eeuw te Aalsmeer woonden. Misschien waren zij zonen van Henrick Jansz en zijn vrouw Maritgen Jansdr, die in 1623 te Aalsmeer woonden met zeven kinderen, onder wie een Maerten en een Cornelis.

Cornelis Hendricksz van Twaelfhoven, timmerman, eigenaar van een perceeltje land aan of nabij de Zijdweg te Aalsmeer in de periode 1644-1672, had twee zonen, Hendrick en Claes.

Hendrick Cornelisz Twaelfhoven wordt van 1676-(1716) vermeld als eigenaar van land aan de Zijdweg. In de legger op het gemaal van ca. 1680 is hij timmerman, ingedeeld in de klasse van ‘halve kapitalisten’. Zijn gezin bestaat uit drie personen.

Hij is waarschijnlijk de vader van Grietje Hendriksz Twaelfhoven die in 1732 land nabij de Zijdweg bezit en misschien ook van Klaas Hendricksz die in 1728 land bij de Zijdweg had. Wellicht dezelfde Grietje Hendricksz Twaelfhoven en haar echtgenoot Willem Willemsz van Humen kregen op 10 oktober 1690 octrooi van het Hof van Utrecht om te testeren.

Claes Cornelisz Twaelfhoven is evenals zijn broer van 1676 tot 1716 of daaromtrent vermeld als eigenaar van land aan de Zijdweg te Aalsmeer. In 1710 is hij meester-timmerman aan de Lijnbaan te Aalsmeer; hij geeft dan een plaatselijke procureur volmacht om een bedrag van 94 gulden in te vorderen, het restant van de hypotheek op een huis aan de Zijdweg, aangegaan in januari 1696. In de legger op het gemaal is hij geklasseerd onder de arbeiders en onvermogenden. Zijn huishouden telt twee personen. Over een huwelijk of kinderen is niets bekend.

Maerten Hendricksz van Twaelfhoven vestigt zich te Kalslagen en overlijdt vóór maart 1656. Hij laat een weduwe na en de weduwe en twee kleine kinderen van zijn tussen mei 1653 en november 1655 overleden zoon Hendrick. Het zoontje Cornelis, in november 1655 vijf jaar oud, trouwt in 1676. De legger op het gemaal noemt ca. 1680 behalve de eerder vermelde Hendrick Cornelisz Twaelfhoven een naamgenoot onder Kalslagen. Hij is arbeider, in de klasse van kleine getaxeerden en zijn huishouding bestaat uit drie personen. In die omschrijving past alleen Cornelis Hendricksz, die begin 1676 trouwt en in april 1677 zijn eerste kind krijgt en in oktober 1682 het tweede. Zij hoorden onder de parochie Buitenveldert.

Van hun zeven kinderen zette zoon Jan de familie voort. Hij kreeg acht kinderen, waaronder twee zonen die trouwden. Sijmen, geboren 1716 en getrouwd in 1745, laat voor zover bekend één zoon na, Jan Sijmensz Twaalfhoven, begraven te Sloten in mei 1802. Sijmens jongere broer Cornelis Jansz Twaalfhoven, geboren 1723, trouwt in 1749, maar laat voor zover bekend geen kinderen na.

Rijpwetering
In het laatste kwart van de zeventiende en de eerste helft van de achttiende eeuw woonden er Twaalfhovens bij Rijpwetering:

I. Gerrit Dircksz Twaelfhoven, molenaar aan de Ade, vermeld 1696, tr. r.k. Rijpwetering 12 aug. 1681 Annetje Pietersdr van Trecht, ook genaamd Kock, vermeld 1696.

Uit dit huwelijk:

  1. Angela (Engeltje) Twaelfhoven, ged. Rijpwetering 24 mei 1682.
  2. Adriana Twaelfhoven, ged. Rijpwetering 23 juni 1684, tr. 1e Alkemade 23 juli 1720 Pieter Willemsz van Claveren; tr. 2e Alkemade 28 juni 1723 Pieter Gerritsz van Tol.
  3. Maria (Marijtje) Twaelfhoven, ged. Rijpwetering 25 juni 1686, tr. (als jongedochter aan de Ade) Alkemade (gerecht) 16 juni 1715 Jan Dircksz van der Meer, jongman van Warmond.
  4. Theodorus (Dirk) Twaelfhoven, ged. Rijpwetering 17 maart 1688.
  5. Petrus (Pieter) Twalefhoven, ged. Rijpwetering 19 maart 1693.

En misschien:

Johanna Twaalfhoven, uit Alkemade, tr. Leiden (gerecht) 8 mei 1723 Claas Christiaanse, uit Leiden, rokjeswever in de Pellicaanstraat aldaar.

Volgens de legger op het gemaal in het lager kwartier van Rijnland, opgesteld omstreeks 1680, behoorde Gerrit Dircxe Twaelffhoven, molenaar aan de Aade in het ambacht Alkemade, tot de klasse van kleine getaxeerden. Zijn huishouden telde twee personen.25

Gerrit Dircksz was waarschijnlijk een broer van Aeltje Dircks, die op 29 november 1682 te Rijpwetering trouwde met Claes Crijnen, van de Achtepoel, bij Ade. Claes en Aeltje waren in 1684 peter en meter bij de doop van Gerrits tweede dochter, Adriana.

Bij het huwelijk van Gerrit Dircksz en Annetje Pietersdr in 1681 waren Jaepje Dircks en Neeltje Dircks getuigen. Jaepje Dircksdr trouwde op 15 februari 1683 te Rijpwetering met Jan Corsz (Sandvliet), van Zwayland (Warmond). Jaepje en Neeltje Dircksdr waren ook getuige bij het huwelijk van Annetje Dircksdr Molenaar, tr. Rijpwetering 10 mei 1683 Pieter Aelbertsz. Waarschijnlijk waren Aeltje, Jaepje, Neeltje en Annetje zusters van de molenaar Gerrit Dircksz. Als dat zo is zal Gerrit Dircksz, de molenaar in Oud Ade, niet dezelfde zijn als de in hoofdstuk II onder V-b-1 genoemde Gerrit Dircksz Twaelfhoven die in 1666 te IJsselstein met Aertjen Jansdr Block trouwde.

In januari 1696 is Annetje Pietersdr Kock met haar man Gerrit Dircksz Twaelfhoven één van de erfgenamen van Claes Pietersz Kock alias Verdregt, wiens erfgenamen 13 hont land in de Sijlderpolder verkopen.26

Gouda/Rotterdam
Aan het einde van de zeventiende eeuw zijn er drie broers, waarvan er twee te Gouda wonen en één te Rotterdam. Alle drie gebruiken zij (soms) de familienaam Twaalfhoven. Gezien hun voornamen, Gerrit, Dirck en Saers, zijn zij waarschijnlijk zonen uit het in hoofdstuk II onder Vb-4 genoemde echtpaar Jan Saersz en Trijntje Dircksdr Twaelfhoven. Zij ontlenen dus hun familienaam niet aan hun vaders familie, maar aan die van hun moeder. Dit was een niet ongebruikelijke manier om een familienaam aan te nemen.

I. Jan Saersz, tr. Trijntje Dircksdr Twaelfhoven, beiden vermeld Gouda 15 maart 1671.

Uit dit huwelijk waarschijnlijk:

  1. Gerrit, volgt II.
  2. Dirck Jansz Twaelfhoven, in 1699 jongman op de Vijverstraat te Gouda, begr. Gouda (St. Jan) 27 jan. 1731, tr. Gouda (St. Jan) 22 sept. 1699 Barbara Pietersdr van der Spoor, jongedochter op de Groeneweg.

Dirck Jansz Twaelfhoven legt in mei 1697 een verklaring af. Saers Jansz Twaelfhoven te Gouda tekent als getuige.27 In 1702 meent Dirck Twaelfhoven, burger en inwoner van Gouda, door de gewezen pachter van de impost op de brandewijnen te hoog te zijn aangeslagen en verzoekt burgemeesters en schepenen dit bedrag aan te passen. Over het van de door hem geleverde bieren en wijnen moet hij nog ruim 1032 gulden betalen. Zijn verzoek wordt gehonoreerd.28

Dirck bezat een huis in de Walenstraat dat hij verkoopt op 8 juni 1720.

Barbara Pietersdr van der Spoor, zijn weduwe, enig en universeel erfgenaam, doet in 1731 aangifte voor de belasting op de collaterale successie. Het betreft de helft in een oofttuin aan de singel, getaxeerd op 50 gulden, de helft in een obligatie van 3000 gulden en de helft in een obligatie van 1060 gulden.29

3. Saers Jansz Twaelfhoven, vermeld Gouda 1697. Hij is waarschijnlijk gehuwd geweest. Op 4 september 1708 wordt het overlijden van een kind van Saars Jansz aangegeven.

II. Gerrit Jansz (1697: Twaelfhoven), uit Gouda, tr. Rotterdam (geref.) 8 nov. 1695 Annetje Pietersdr, uit Rotterdam, niet katholiek, bij hun trouwen wonende in de Nieuwe Frangstraat te Rotterdam.

Uit dit huwelijk:

  1. Catharina Gerritsdr, rk ged. Rotterdam 22 febr. 1696.
  2. Geertrudis Gerritsdr Twaelfhoven, rk ged. Rotterdam 16 mei 1697.
  3. Johannes Gerritsz, geref. ged. Rotterdam 29 jan. 1698.
  4. Jan Gerritsz, rk ged. Rotterdam 30 aug. 1699.
  5. Geertruy Gerritsdr, geref. ged. Rotterdam 12 okt. 1702.
  6. Jannetje Gerritsdr, geref. ged. Rotterdam 21 okt. 1704.
  7. Pietertje Gerritsdr (1743: Twaalfhoven), geref. ged. Rotterdam 15 mei 1707, tr. Rotterdam 15 jan. 1743 Cent Jansz de Roos, uit Rotterdam.
[ photo: 3.11 | Stichting Familie Twaalfhoven ]
Foto 3.11
[ photo: 3.12 | Stichting Familie Twaalfhoven ]
Foto 3.12

Voetnoten

24Zie voor de vindplaatsen en meer bijzonderheden E.Th.R. Unger en N.Plomp, Bouwstoffen voor de genealogie Twaalfhoven (Den Haag 2004) p. 23-27, 57-59.
25SARM, toegang 162.1.01 nr. 126 fol. 19v.
26SARM, RA Vrije en Lage Boekhorst nr. 1 d.d. 28-1-1696.
27Not. Gouda nr. 531 fol. 27, 6-5-1697.
28Oud archief Gouda nr. 202 fol. 327, 17-11-1702.
29Oud archief Gouda nr. 3864 fol. 74v, april 1731.

Index