[ photo: 7.1 | Stichting Familie Twaalfhoven ]

Staak Nicolaas (Utrecht, Den Haag, Amsterdam)

7.1 Inleiding

Nicolaas Twaalfhoven (XIc, 1833-1898) was de oudste zoon van de vijftien kinderen van Cornelis Twaalfhoven Jr (1803-1879), landbouwer te Bodegraven, en Alida van der Pauw (1808-1876). Nicolaas huwde in 1867 te Utrecht met Wilhelmina Alberta Lebbing (1841-1906) en zij verklaarde bij het huwelijk dat zij niet kon schrijven. Nicolaas en Wilhelmina waren melkslijter en melkverkoopster in Utrecht. Misschien is hij in de jaren zestig in die stad gaan wonen omdat zijn zuster Maria (1831-1913) en haar man, melkboer Cornelis van Veenendaal, daar eveneens gevestigd waren. Zijn jongste broer Cornelis(1851-1928) zou de opvolger van hun vader te Bodegraven worden.

Uit het huwelijk werden veertien kinderen geboren, van wie er zeven jong overleden. Het gezin telde twee tweelingen en twee van de dochters bleven ongehuwd. De derde zoon, Cornelis Franciscus Twaalfhoven (1871-1931) werkte bij de reinigingsdienst te Amsterdam. De overige vier zoons stegen aanzienlijk op de maatschappelijke ladder. Misschien dat de verhuizing naar de grote stad Utrecht hierin een belangrijke rol gespeeld heeft. De stad was destijds centrum van het Nederlandse katholicisme en bood grotere mogelijkheden op het gebied van onderwijs en economie. Datzelfde geldt ongetwijfeld voor het emancipatieproces van het katholieke volksdeel, waartoe zij behoorden. Een concrete aanwijzing is het feit dat Wilhelmus Albertus Twaalfhoven (1869) een loopbaan als boekhouder begon in 1884. Zijn jongere broers Frans (1873), Nico (1879) en Constant (1883) volgden dit voorbeeld. Ook is bekend dat Nico in 1903 een half jaar bij zijn oudste broer in huis woonde.(Foto 7.1)

De oudste van hen, Wilhelmus Albertus Twaalfhoven (XIIa, 1869-1954), huwde met Elisabeth Catharina ten Ham (1865-1936) en zij kregen zeven kinderen. Hij klom op van boekhouder tot één van de eerste accountants in Nederland, en werd mededirecteur van het kledingmagazijn Peek en Cloppenburg. Hij trad op als financieel adviseur van katholieke organisaties, en werd beloond met een Nederlandse en een pauselijke ridderorde. Hij vertrok in 1906 naar Den Haag, in welke regio nog steeds vele nakomelingen van de familie wonen. In zijn uitgebreide (aangehuwde) nageslacht overwegen medici (huisartsen en specialisten), alsmede bedrijfsdirecteuren en ondernemers, voorts enkele juristen, een kunsthandelaar en een diplomaat. De jongste dochter was secretaresse van de Vereniging Meisjesbelangen (Maris Stella) in Den Haag.

De volgende zoon, Franciscus Twaalfhoven (XIIb, 1873-1940), werd papierhandelaar te Utrecht. Uit zijn huwelijk met Theodora Lambermond (1869-1950) werden acht kinderen geboren, van wie er vier jong overleden, en twee religieuze werden (zuster dominicanesse en Vrouwe van Bethanië). De twee anderen trouwden met een arts en een notaris. In hun (aangehuwde) nageslacht komen veel academische beroepen voor in de sociaal-medische, de onderwijskundige en de sociaal-culturele sector. Daarbij gaat het om organisatie, advisering en behandeling. Voorts waren er een juriste, twee burgemeesters en een pater dominicaan, die psychotherapeut werd.

De daaropvolgende zoon, Nicolaas Marinus Twaalfhoven (XIIc, 1879-1922), werd directeur-eigenaar van een accountantskantoor te Utrecht. Uit zijn huwelijk met Ida Westers (1874-1953) werden vijf kinderen geboren, van wie er twee jong overleden. Twee anderen bleven ongehuwd en werden respectievelijk verpleegster en medisch analiste. In het (aangehuwde) gezin van de vijfde, die een universitaire studie afrondde en met een gepromoveerde docent wis-en natuurkunde trouwde, komen psychologen, een juriste, medici en biologen voor.

De jongste zoon, Constant Hendrikus Twaalfhoven (XIId, 1883-1930), was hoofd van de accountantsdienst van Vroom en Dreesmann en werd mededirecteur van de Verenigde Kledingmagazijnen te Amsterdam. Voor zijn verdiensten in het katholieke organisatieleven (onder meer in het bestuur van de Katholieke Radio Omroep) kreeg ook hij een pauselijke ridderorde. Uit zijn huwelijk met Maria Vermolen (1890-1952) werden drie kinderen geboren, de oudste dochter bekleedde een vooraanstaande positie in het katholieke vrouwelijke jeugdwerk. De tweede werd psychotherapeute en huwde een Nijmeegse hoogleraar, de zoon werd jurist en leraar maatschappijleer. In het nageslacht zien wij beroepen in de sociaal-culturele sfeer, psychologen, een advocaat, een journaliste en een kamerlid voor GroenLinks, die in 2011 lid van de Algemene Rekenkamer werd.

In de latere generaties van deze staak komen veel internationale huwelijken voor met personen uit de Verenigde Staten en Europese landen. De meesten hielden hun thuisbasis in Nederland.

Index